Systematisch en in samenhang werken aan compliance, cultuur en controls
Compliance kan in de context van onze maatschappij en organisaties, ondernemingen en instellingen, gezien worden als een kind van het afgelopen decennium. Zoals bijvoorbeeld ‘emancipatie’, ‘participatie’ en ‘professionalisering’ dat in respectievelijk de jaren zestig, zeventig en negentig waren. Het resultaat van de tijdsgeest en verbonden met collectieve ambities, idealen, veranderingen en soms ook trauma’s. Deze toenmalige ‘bewegingen’ vervulden stuk voor stuk een maatschappelijke en organisatorische functie. Ze droegen bij aan gelijkheid, ‘voice’ en vakmanschap. Evenzo heeft compliance zijn functie. Huiselijk omschreven het stimuleren, borgen of zelfs garanderen van gewenst gedrag en het zoveel mogelijk voorkomen van ongewenst, verkeerd of wangedrag. Dit in de context van onze maatschappij, ondernemingen en instellingen en degenen die daar als bijvoorbeeld werknemer, klant of burger mee verbonden en afhankelijk van zijn. Maar compliance lijkt meer met begrippen als emancipatie en participatie gemeen te hebben. Ze worden vaak als ‘vanzelfsprekend’ gezien en niet zelden gebruikt als ‘Haarlemmerolie’. Dat is risicovol en wordt nog risicovoller als bedacht wordt dat ze als begrip niet duidelijk gedefinieerd zijn, niet als zodanig en ook niet in relatie tot de functie die ze moeten vervullen en de verwachtingen die ze moeten waarmaken.